Relatief veel hondenrassen vinden hun oorsprong in het land van onze oosterburen. Veel van deze hondenrassen zijn behoorlijk groot te noemen; iets wat ook zeker voor de Riesenschnauzer geldt. Dit relatief grote hondenras vindt zijn oorsprong in Duitsland en kent een behoorlijk rijke historie. Volgens verschillende experts werd dit hondenras al in de 17e eeuw in Duitsland gefokt, waarna het door de jaren heen verder en verder ontwikkeld is.
De Riesenschnauzer is één van de drie verschillende schnauzer rassen. De Riesenschnauzer is de grootste van de drie Schnauzer rassen; hij is dus (flink) groter dan de Standard Schnauzer en de Miniature Schnauzer. Het duidelijkste verschil tussen deze hondenrassen is terug te vinden in de lichaamsafmetingen (schofthoogteDe hoogte vanaf de grond tot aan de bovenkant van de rug, gemeten bij de voorpoten.X) en het lichaamsgewicht. Op het gebied van karakteristieke eigenschappen weet de Riesenschnauzer zich echter ook te onderscheiden.
Als je voor een Riesenschnauzer kiest, is jouw leven nooit meer saai. Dit ras is namelijk niet al te makkelijk om op te voeden, kan behoorlijk koppig zijn, maar is ook bijzonder loyaal en zachtaardig te noemen. Bovendien is het een behoorlijk gezond hondenras; een gemiddelde Riesenschnauzer wordt zo’n 12 tot 15 jaar oud. Je kunt dus jarenlang genieten van deze trouwe viervoeter.
Samenvatting Riesenschnauzer
Dit zijn de belangrijkste eigenschappen van de Riesenschnauzer.
1. Uiterlijke kenmerken
Eerder in dit artikel stelden wij al dat de Riesenschnauzer één van de drie schnauzer rassen is. Ten opzichte van de twee andere schnauzer rassen weet dit ras zich duidelijk op meerdere vlakken te onderscheiden. Zo is het een feit dat dit hondenras behoorlijk groot is en behoorlijk veel kan wegen. Dat is zeker het geval bij een volwassen reu.
Een volwassen Riesenschnauzer kan al snel 30 tot 50 kilo wegen. Een reu weegt tussen de 30 en 50 kilo, terwijl een teef vaak iets lichter is met een gewicht tussen de 25 en 34 kilo. Dit verschil in lichaamsgewicht komt onder meer door het verschil in schofthoogte; een volwassen reu kan een schofthoogte van wel 70 centimeter behalen, terwijl een teef iets kleiner blijft met een maximale schofthoogte van zo’n 65 centimeter.
Verder is ook de kleur en structuur van de vacht bijzonder opvallend. Zijn haar is namelijk behoorlijk lang, waardoor hij soort van dreadlocks heeft. Zijn haren zitten bovendien dicht op elkaar, waardoor zijn vacht op sommige lichaamsdelen ook een beetje warrig oogt. Hij heeft overigens twee vachten; een dikke ondervacht en een bovenste vacht met kort en hard dekhaar. Dit dekhaar kent dus een soort van dreadlock structuur, maar is ook weer niet golvend te noemen. Eigenlijk zou je de vacht van hem even goed op een foto moeten bekijken; dan zie je direct wat we hiermee bedoelen. Qua kleur bestaan er twee varianten: volledig zwart of een combinatie van “peper en zout”.
Bij zijn poten is zijn vacht overigens behoorlijk hard te noemen. Daarentegen heeft hij behoorlijk dikke wenkbrauwen, waardoor zijn ogen niet al te goed zichtbaar zijn. De gebieden bij zijn oren en op zijn schedel hebben daarentegen weer een korte vacht. Zijn vacht heeft dus zéker niet over zijn gehele lichaam dezelfde lengte en kenmerken.
Zijn lichaam ziet er krachtig en ietwat fors uit. Een Riesenschnauzer valt zeker niet te omschrijven als een slanke hond, maar mede daardoor heeft hij wel een imposant voorkomen. Zijn rug loopt iets naar beneden af, waarbij de staart een mooie aanzet kent. Zijn staart is relatief lang te noemen en wordt veelal omhoog gedragen door de Riesenschnauzer.
Zijn kop ziet er vrij bijzonder uit; dit komt volledig door de haren boven zijn wenkbrauwen. Ook bij zijn sik kan hij behoorlijk veel haren hebben, waardoor zijn gezicht nóg aparter/vreemder/unieker oogt. Zijn ogen hebben een levendige uitdrukking, maar zijn veelal dus niet goed te zien. Zijn oren zijn behoorlijk hoog aangezet en worden hangend gedragen. Door de opvallende beharing in zijn gezicht vallen de oren echter een stuk minder op dan bij veel andere hondenrassen het geval is. Al met al heeft de Riesenschnauzer zéker een unieke uitstraling.
2. Gedrag
Is het gedrag van een Riesenschnauzer net zo opvallend te noemen als zijn karakteristieke eigenschappen? Nou, dat is eigenlijk wel het geval ja. Het is namelijk niet voor niets dat dit ras niet voor alle baasjes evengoed geschikt is. Zo is het wenselijk dat je ervaring hebt met het opvoeden van een hond én dat je heel stevig in jouw schoenen staat. Zodra je ook maar enigszins aan het wankelen bent, kan de Riesenschnauzer de leiding van jou overnemen.
Het is namelijk een feit dat een Riesenschnauzer behoorlijk dominant, eigenwijs en koppig kan zijn. Je moet hem dus eigenlijk niet al te veel ruimte geven, aangezien hij deze ruimte anders op zijn eigen manier in gaat vullen. Je moet daardoor óók veel tijd aan de opvoeding besteden, waarover je meer leest onder het kopje “opvoeding” op deze pagina.
Het is echter niet zo dat hij altijd dominant en koppig is. Nee, over het algemeen is hij namelijk super lief, loyaal, zachtaardig en vrolijk te noemen. Hij is bij vlagen zelfs super aanhankelijk te noemen; overal waar jij naar toe loopt, loopt hij je eigenlijk direct achterna. Dat is een teken dat hij zich bij je thuis voelt en dat hij veel respect voor jou heeft. Het opbouwen van een hechte band met een Riesenschnauzer is in ieder geval van essentieel belang voor zijn gedrag.
Verder is het opvallend dat hij onwijs leergierig is. Het advies is dus om niet alleen een puppycursus met hem te volgen, maar om óók daarna nog andere hondencursussen te volgen. Hij ontplooit zich namelijk graag, hij is graag intensief bezig en hij vindt het super leuk om nieuwe dingen te leren. Je kunt dit ras dan ook perfect allerlei commando’s aanleren.
Naar andere mensen toe kan hij behoorlijk terughoudend zijn. Hij kijkt liever eerst de kat uit de boom, voordat hij mensen met open armen gaat ontvangen. Ook naar andere honden toe kan hij ietwat terughoudend en huiverig zijn; een goede socialisatie op jonge leeftijd is dan ook van cruciaal belang. Je hoeft echter niet bang te zijn voor een agressieve Riesenschnauzer. Dit ras is namelijk behoorlijk evenwichtig, kan goed risico’s inschatten en is zeer intelligent. Gezien zijn dominante en koppige trekjes dien je wel áltijd stevig in jouw schoenen te staan.
3. Verzorging
Aangezien de vacht van een Riesenschnauzer tamelijk bijzonder is, heeft deze vacht ook een bijzondere verzorging nodig. Zo is het advies om veel tijd te besteden aan zijn lange wenkbrauwen en zijn lange sik; deze haren moeten echt goed verzorgd worden, aangezien dit een heerlijke nestelplek is voor bacteriën en vuil. Borstel deze haren dus regelmatig door en maak zijn kop sowieso regelmatig heel goed schoon. Het advies is om zeker 3 á 4 keer per week zijn sik en wenkbrauwen goed door te kammen; dit kan ook het geval zijn voor de beharing bij zijn poten.
Ook de rest van zijn vacht moet ongeveer één keer per week goed geborsteld worden. Je moet daarbij ook rekening houden met de rui waarin hij terecht komt. Mede daarom is het advies om zijn vacht twee keer per jaar te laten plukken bij een professionele trimmer. Daarmee houd je zijn vacht niet alleen in goede conditie, maar blijft deze ook bijzonder mooi.
Over het algemeen is de Riesenschnauzer een super gezond ras. Dat blijkt ook wel uit de gemiddelde leeftijd die dit ras weet te behalen. Ook is het prettig om te weten dat er een duidelijke fokstandaard opgesteld is, waardoor de meeste Riesenschnauzers op de perfecte manier gefokt worden. Het enige waar je rekening mee moet houden, is de verhoogde kans op heupdysplasie.
Bij heupdysplasie sluiten de onderdelen in zijn gewricht niet meer goed op elkaar aan, waardoor zijn heup vrij hard gaat slijten. Dit brengt de nodige pijn met zich mee en hij kan hierdoor ook (flink) mank gaan lopen. Mocht je dit opmerken, dan is het verstandig om zo spoedig mogelijk naar de dierenarts te gaan. Het is bij heupdysplasie namelijk van belang dat dit in een zo’n vroegtijdig mogelijk stadium gediagnosticeerd en behandeld wordt.
4. Opvoeding
We hebben het hierboven eigenlijk al kort aangeven; het opvoeden van een Riesenschnauzer is absoluut niet makkelijk te noemen. Je hebt namelijk te maken met meerdere karaktereigenschappen, waarvan sommige eigenschappen elkaar ook tegenspreken. Zo is hij bijzonder leergierig, maar is hij tegelijkertijd ook koppig en kan hij dominant gedrag vertonen.
Het advies is dan ook om voor een consequente en strikte opvoeding te kiezen. Je moet vanaf het allereerste moment duidelijk aan hem maken dat jij dé baas bent en dat hij naar jou moet luisteren. Daarmee weet je direct zijn koppige en dominante gedrag de kop in te steken, waarna je perfect op zijn leergierigheid en zijn intelligentie in kunt spelen.
Zorg bovendien voor een liefdevolle aandacht; een aai over zijn bol of een beloning doet het vele malen beter dan bijvoorbeeld een stemverheffing. Met het oog op de socialisatie is het ook van belang om op jonge leeftijd met hem naar een puppycursus te gaan. Je merkt dan al snel dat hij een dergelijke cursus onwijs leuk vindt; des te meer reden om vervolgens nog meer cursussen te gaan volgen. Dat komt zijn opvoeding alleen maar ten goede, terwijl hij het ook nog eens super leuk vindt om zichzelf te ontplooien.
5. Beweging
Als je een Riesenschnauzer in huis neemt, moet je met de nodige lichaamsbeweging rekening houden. Hij is namelijk behoorlijk energiek, hij komt graag in beweging en hij is gek op afwisseling. Het is dan ook niet aan te raden om elke dag dezelfde rondjes te lopen. Nee, wissel het wandelen af met hardlopen of laat hem naast jouw fiets mee rennen.
Ook is het aan te raden om veel cursussen/trainingen te volgen, om leuke spelletjes met hem te spelen en om hem zelf aan het werk te zetten. Zolang je voor de nodige afwisseling zorgt, is hij al snel tevreden. Zorg in ieder geval voor de nodige beweging, aangezien hij relatief snel last van overgewicht kan krijgen. Het is immers al niet de meest slanke hond; zijn postuur is vrij fors gezet.
Ga je lange stukken met hem wandelen of laat je hem bijvoorbeeld graag los in het bos rondlopen? Zorg dan dat je zijn motoriek regelmatig goed observeert. Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, ligt de aandoening “heupdysplasie” namelijk op de loer. Voorkom daarom ook zoveel mogelijk abrupte bewegingen of het maken van een noodstop. Bij een afwijkende motoriek is het verstandig om de wandeling direct af te kappen en naar de dierenarts te gaan.
6. Geschiedenis
De geschiedenis van de Riesenschnauzer is in het land van onze oosterburen te vinden. In Duitsland is zijn roots oorspronkelijk in het zuiden te vinden; in die gebieden werd hij veelvuldig ingezet als een veehoeder. Nadat hij in Duitsland al vrij populair geworden was, ging men rond 1900 aan de slag met het aanleren van allerlei commando’s. Men had namelijk al vrij snel door dat het een intelligente en leergierige hond was.
In 1913 werd de Riesenschnauzer uiteindelijk als een officieel ras erkend. In 1925 volgde uiteindelijk ook de officiële erkenning als diensthond. Dat is ook één van de voorbeelden waaruit blijkt dat dit ras zeer divers in te zetten is. Het is overigens niet volledig bekend hoe dit ras ooit gefokt is. Meerdere experts denken echter dat de zwarte Duitse Dog, de Beierse Veehonden en enkele ruwharige Beierse Herdershonden een invloed hebben gehad. Hier valt echter niks met zekerheid over vast te stellen. Wat we wél zeker weten, is het feit dat de Riesenschnauzer een unieke hond is. Zowel op het gebied van karakteristieke eigenschappen als op het gebied van uiterlijke kenmerken onderscheidt hij zich op een positieve manier.