Kennelhoest en hondsdolheid zijn enkele van de ziektes waar een hond gevoelig voor is. Ten koste van alles wil je voorkomen dat jouw hond ziek wordt, waardoor het aan te raden is om je hond in te enten. Maar, hoe zit dat precies? Op welke leeftijd moet je een hond inenten? Tegen welke ziektes moet je hond ingeënt worden? En wat zijn überhaupt argumenten om je hond wel of niet in te enten? Alles over inentingen van een hond lees je in dit uitgebreide artikel.
1. Waarom kiezen voor inentingen bij je hond?
Al vele jaren lang is het advies om je hond in te enten. Maar, waarom is dat zo? Dat advies wordt met name gegeven omdat uit onderzoek gebleken is dat je hond simpelweg een stuk minder kans op verschillende ziektes loopt. Je hond is een stuk beter beschermd en blijft daardoor (langer) gezond. Aan de andere kant kan je hond ook de verschillende ziektes niet overgeven aan andere honden. Sommige ziektes zijn besmettelijk en kunnen in theorie dus van hond tot hond overgegeven worden. Dat is echter niet meer mogelijk als je jouw hond hebt laten inenten. Je maakt dus niet alleen een verstandige keuze voor de gezondheid van je eigen hond, maar ook voor de gezondheid van andere honden.
Verder zorg je er met de inentingen bij je hond voor dat hij gelukkig blijft. Indien een hond pijn heeft, kan dit leiden tot ongewenst gedrag. Hij kan vervelend worden, hij kan veelvuldig blaffen en hij kan veelvuldig gaan huilen. Dit zijn allemaal uitingen van een hond die op pijn kunnen duiden. Deze pijn kan mogelijk door één van de ziektes worden veroorzaakt. Door je hond tijdig in te laten enten, kan je dus voorkomen dat je hond zich ongelukkig of ziek gaat voelen. Aangezien je ongetwijfeld onwijs dol op je trouwe viervoeter bent, is óók dit een belangrijke reden om voor de inentingen van je hond te kiezen.
Het is echter niet verplicht om je hond in te laten enten. Verschillende onderzoeken hebben namelijk uitgewezen dat de inentingen bij een hond niet alleen maar positieve gevolgen hebben. Het inenten kan bijvoorbeeld voor stress zorgen of kan de gezondheid van een hond juist op een negatieve manier beïnvloeden. Op de lange termijn kunnen hierdoor auto-immuunziekten, allergieën of erge ziektes, zoals kanker, aan het licht komen. Mede vanwege deze mogelijke gevolgen is elk baasje vrij om te bepalen of hij/zij voor de inentingen bij zijn/haar hond kiest.
2. Welke soorten inentingen voor honden bestaan er?
Een hond is gevoelig voor best wel veel verschillende soorten ziekten. De hondenziekte, de kennelhoest en hondsdolheid zijn hier enkele bekende voorbeelden van. Is het mogelijk om je hond tegen al deze ziekten in te enten? Ja, dat is zeker mogelijk. Voor sommige hondenziekten moet je hond één specifieke inenting krijgen. Daarentegen bestaan er ook inentingen die je hond tegen meerdere ziekten tegelijkertijd beschermen.
Het is in ieder geval mogelijk om je hond in te laten enten tegen de volgende hondenziekten:
- Hondenziekte
- Parvo
- HCC (leverziekte)
- Kennelhoest
- Weil
- Hondsdolheid
Deze verschillende ziekten hebben stuk voor stuk een andere oorzaak, andere symptomen en een ander ziektebeeld. Weil is bijvoorbeeld een bacteriële ziekte die ook nog eens besmettelijk voor mensen is. HCC is daarentegen een besmettelijke leverontsteking. Door deze ziekte kunnen jonge honden zelfs komen te overlijden.
Kennelhoest is een ziekte die op papier niet al te gevaarlijk lijkt. Dat is echter niet het geval bij puppy’s en bij oudere honden. Bij jonge honden kan deze ziekte namelijk leiden tot een longontsteking, terwijl oudere honden last kunnen krijgen van chronische bronchitis. Het “lastige” van kennelhoest is dat deze ziekte zowel een bacteriële- als een virale variant kent.
Hondsdolheid is een virusinfectie die behoorlijk heftig is. De infectie is ook voor mensen besmettelijk. Gelukkig komt hondsdolheid niet in Nederland voor. Wil je jouw hond mee naar het buitenland nemen? Dan is deze inenting absoluut wél aan te raden.
Dankzij een ruim aanbod van inentingen zijn veel ziekten nagenoeg volledig verdwenen in Nederland. In andere landen komen wel nog meerdere hondenziekten voor. Ga je met jouw hond naar een vakantieland? Raadpleeg dan je dierenarts om te achterhalen welke inentingen voor je hond “vereist” zijn. Overigens komen kennelhoest en Parvo wel nog veelvuldig in Nederland voor. Dat is dan ook de reden waarom veel baasjes kiezen voor het inenten van hun hond.
3. Wanneer moeten de inentingen bij je hond plaatsvinden?
Heb je besloten dat je jouw hond wilt laten inenten? Dan is het van belang om tijding in actie te komen. Al na 6 weken is het namelijk de hoogste tijd om de eerste inenting bij je hond plaats te laten vinden. In onderstaand schema kun je een volledig overzicht vinden van de tijdstippen van de inentingen bij je hond:
- 6 tot 9 weken oud: inenting tegen Parvo en hondenziekte.
- 12 weken oud: inenting tegen Parvo, hondenziekte, Weil en HCC.
- 1 jaar oud: inenting tegen Parvo, hondenziekte, Weil, HCC en kennelhoest. Deze inenting staat ook bekend als de grote cocktail.
Heeft jouw hond in zijn eerste levensjaar de bovenstaande inentingen gekregen? Dan is hij voor een (korte duur) beschermd tegen verschillende aandoeningen. Het is voor verschillende aandoeningen echter noodzakelijk om de inentingen regelmatig te herhalen.
Op het moment dat jouw hond 1 jaar oud is, krijgt hij de grote cocktail. Dat is een inenting tegen Parvo, hondenziekte, Weil, HCC en kennelhoest. Deze inenting moet je hond om de 3 jaar opnieuw krijgen. De inenting werkt namelijk, zo heeft onderzoek uitgewezen, voor een maximale periode van 3 jaar. Als je hond 4 jaar oud is, is het dus tijd om deze inenting weer te halen bij de dierenarts. Ook als je hond 7, 10 en 13 jaar oud wordt, is het zaak om de inenting te halen.
Ook is het advies om elk jaar de inenting tegen Weil en kennelhoest te halen. Deze inentingen hebben een werking van slechts 1 jaar, waardoor het jaarlijks halen van de inenting aan te raden is.
Voor meer informatie over inentingen kun je terecht bij de dierenarts. Sommige hondenrassen hebben namelijk ook behoefte aan andere inentingen. Daarnaast zijn er ook inentingen die op basis van titeren noodzakelijk zijn. Dit houdt in dat er een bloedonderzoek gedaan wordt, waarna er bepaald kan worden welke inentingen een hond moet krijgen. Met deze methode kan gekeken worden of aanvullende inentingen noodzakelijk zijn. Met deze methode is het tevens mogelijk om te voorkomen dat je hond onnodige inentingen krijgt. Zoals je verder op in dit artikel kunt lezen, zijn inentingen bij een hond namelijk nooit zonder risico’s.
Ook als je met jouw hond naar het buitenland gaat, is het verstandig om contact met je dierenarts op te nemen. Niet in alle (Europese) landen is men zo ver als wij in Nederland zijn. Het is daardoor goed mogelijk dat je hond voor andere landen een extra inenting nodig heeft. Sommige landen stellen dit zelfs verplicht. Mocht je met jouw hond naar het buitenland gaan, moet je dus ook zijn paspoort meenemen. In dit paspoort staat vermeld welke inentingen hij gekregen heeft. Zonder dit paspoort kan je hond mogelijk het land niet eens binnen komen. Zorg er dus voor dat alle inentingen in dit paspoort komen te staan en dat je dit paspoort altijd naar het buitenland mee neemt.
4. Hebben de inentingen bij je hond bijwerkingen?
Eerder in dit artikel hebben we al kenbaar gemaakt dat inentingen nooit zonder risico’s zijn. Het is daarom ook goed om je te laten informeren over de mogelijke bijwerkingen van een inenting bij jouw hond. De mogelijke bijwerkingen zijn behoorlijk uiteenlopend en verschillen eigenlijk van hond tot hond.
Allereerst is het goed om te weten dat bijwerkingen tegenwoordig steeds minder vaak voorkomen. Mocht je hond last van bijwerkingen krijgen, zijn deze bijwerkingen vrijwel nihil te noemen. Je hond heeft hier niet al te veel last van. Desalniettemin is het wel zo dat sommige honden een groter risico op bijwerkingen hebben. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat kleinere honden een groter risico op bijwerkingen hebben.
Ook kunnen er bijwerkingen optreden als je hond meerdere inentingen tegelijkertijd krijgt. Dit komt daarom ook steeds minder vaak voor. Ook krijgen sommige honden een inenting, terwijl ze op dat moment al niet gezond zijn. Dit zorgt ervoor dat het lichaam op verschillende “gevaren” moet reageren, waardoor het mis kan gaan. Een inenting is namelijk niets minder dan het activeren van het immuunsysteem. Als het immuunsysteem reeds op volle kracht bezig is om zich te wapenen tegen een bestaande ziekte, kunnen de inentingen tot overbelasting leiden. Dit kan er voor zorgen dat een hond op lange termijn last van bijwerkingen houdt.
Verder is het zo dat een bezoek aan de dierenarts ook niet door alle honden even prettig gevonden wordt. Sommige honden krijgen hier acute stress van, waardoor ze ook last van bijwerkingen kunnen krijgen. Desalniettemin blijft het advies om je hond te laten inenten.
Gezien de voors en tegens van inentingen is het lastig om algemene/sluitende uitspraken te doen. Of jouw hond last van de bijwerkingen van inentingen kan krijgen, is afhankelijk van de gezondheid van je trouwe viervoeter. Bovendien heb je ook nog met je eigen voorkeuren en het advies van de dierenarts te maken. Verzamel daarom altijd voldoende informatie, zodat je alle voors en tegens voor jezelf op een rijtje kunt zetten. Vervolgens kan je zelf bepalen of de inentingen bij je hond plaatsvinden of niet.