In het verleden was men in Engeland gek op vechtwedstrijden tussen honden. Men was dan ook fanatiek bezig om sterke honden te fokken. Honden die veel kracht hadden, maar tegelijkertijd ook over het nodige uithoudingsvermogen beschikten. Om een dergelijke ideale hond te kunnen fokken, besloot men om over te gaan tot een kruising tussen een Buldog en Oud-Engelse witte terriërs. Het gevolg hiervan was de Bulterriër. Een hond die perfect in het beeld van een vechthond past.
Tegelijkertijd is het een feit dat dit hondenras een verkeerde reputatie heeft gekregen. Als men over het een Bulterriër heeft, denken veel mensen direct aan een agressief en ongeleid projectiel. Een hond die veel schade aan kan richten en een hond die van nature agressief is. Niks is echter minder waar. Wist je bijvoorbeeld dat een Bulterriër goed met mensen om kan gaan? En wist je dat een Bulterriër nagenoeg nooit aanslaat als bijvoorbeeld de deurbel gaat?
Met andere woorden: veel mensen kijken op een verkeerde manier naar de Bulterriër. Als we naar het uiterlijk kijken, kunnen we dat ons op zich ook wel voorstellen. De Bulterriër is wellicht geen lieve hond om te zien, maar het is wel een hond met een uniek en waardig karakter. Een hond die helaas niet per definitie oud wordt. Over het algemeen wordt een gemiddelde Bulterriër 10 jaar oud, maar er bestaan helaas meerdere erfelijke aandoeningen binnen dit ras. Dankzij dergelijke aandoeningen komen spijtig genoeg de nodige Bulterriërs al eerder te overlijden.
Samenvatting Bulterriër
Dit zijn de belangrijkste eigenschappen van de Bulterriër.
1. Uiterlijke kenmerken
Is een Bulterriër qua uitstraling het toonbeeld van schoonheid? Nee, niet zozeer. Is een Bulterriër qua uitstraling het toonbeeld van braafheid? Nee, dat allerminst. Is een Bulterriër dan qua uitstraling het toonbeeld van stoerheid? Ja, dat is zeker het geval. Als je dit hondenras op straat ziet lopen, doe je ongemerkt mogelijk een stap naar achteren. Het is namelijk een stoere hond om te zien met een unieke kop.
Zijn kop kan het beste getypeerd worden als een “eivormige kop”. Opvallend daarbij is onder meer de afwijkende lijn van zijn kop; in vakjargon wordt dit aangeduid met de term “downface”. Daarbij vallen ook direct zijn kromme neus, zijn spleetogen en zijn gladde vacht op. Als je naar de kop van een Bulterriër kijkt, zie je eigenlijk alles behalve rimpels. Nee, zijn gehele vacht is glad op zijn kop.
Zin bijzondere kop loopt over in een krachtige hals. Zijn hals is niet het enige dat krachtig is aan zijn lichaam. Ook zijn borst, zijn rug en zijn poten stralen een en al kracht uit. Juist door deze krachtige bouw was deze hond in het verleden zeer succesvol als jachthond.
De vacht van een Bulterriër is glad, is kort en voelt vrij had aan. Als je met jouw hand over de vacht van hem heengaat, voel je bovendien ook zijn spieren. Qua vachtkleuren bestaan er in de basis meerdere mogelijkheden: driekleurig, fawn (lichtbruin), zwart, rood en gestroomd. Hierbij is het toegestaan dat de Bulterriër vlekken in zijn gezichtsveld heeft. Verder is het volgens de rasstandaard “verboden” dat de kleur blauw voorkomt in de vacht.
Door de jaren heen is er bijzonder veel gefokt met dit ras. Juist doordat meerdere fokkers zich hiermee bezig gingen houden, heeft het ras verschillende soorten uiterlijke kenmerken gekregen. De eivormige kop met de spleetogen en kleine oren zijn daarbij eigenlijk het meest kenmerkende. Doordat er veel gefokt is, is het lichaam van de Bulterriër door de jaren heen ook veranderd. Zo is het lichaam niet alleen meer erg krachtig, maar is hij ook nog eens behoorlijk wendbaar. Dat zou je wellicht op het eerste oog niet verwachten, maar door de jaren heen zijn snelheid en wendbaarheid ook erg belangrijk geworden bij dit ras.
2. Gedrag
Als je een Bulterriër op straat ziet lopen, moet je mogelijk direct even slikken. Het is namelijk een stoere en wellicht zelfs angstaanjagende hond om te zien. Feit is echter dat zijn gedrag alles behalve angstaanjagend is. Eigenlijk bestaat er een groot verschil tussen het innerlijk en het uiterlijk van een Bulterriër.
Je zou het wellicht niet direct verwachten, maar het is bijvoorbeeld een super grappige hond. Hij haalt graag een dolletje met je uit en hij is gek op contact met mensen. Zo doet hij graag leuke dingen met je en klimt hij graag bij je op schoot. Daarbij vergeet hij overigens direct dat hij vrij groot en zwaar is.
Als je een jonge Bulterriër in huis haalt, heb je ook echt met een speelse hond te maken. Dit blijft totdat hij een jaartje of 3 is. Pas vanaf dat moment is een gemiddelde hond van dit ras volwassen geworden. Tijdens deze eerste 3 jaar krijg je met de nodige uitdagingen te maken. Zo vindt hij het bijvoorbeeld leuk om heel hard rondjes door het huis te rennen. De kans dat hij hierbij iets omstoot, is gelijk aan ongeveer 100%.
Als hij eenmaal iets ouder begint te worden, wordt hij ook iets rustiger. Ook als hij ouder is, vindt hij het echter nog heerlijk om aandacht van je te krijgen. Eigenlijk krijgt hij het liefste de gehele dag door aandacht van zijn baasjes. Sowieso is hij erg gehecht aan zijn baasjes; voor hen gaat hij echt door het vuur.
Wel moet je rekening houden met zijn eigenwijze trekjes. Het is en blijft immers een terriër. Deze eigenwijze trekjes wegen echter niet op tegen het plezier dat een Bulterriër met zich mee brengt. Als je puur naar zijn karakter kijkt, zou je een compleet andere uitstraling verwacht hebben. Je hoeft echter niet bang te zijn voor een agressieve hond, zolang je hem maar netjes opvoedt. Hoe je dat het beste kunt doen, ga je verderop in dit artikel lezen.
Al met al bokst dit ras continu op tegen de vooroordelen. Het ras staat te boek als een vechthond, maar is dat tegenwoordig absoluut niet meer. Nee, het is een gezellig ras waarbij plezier en humor centraal staan. Eigenlijk is het de ideale metgezel voor in huis. Zelfs als je kinderen hebt.
3. Verzorging
Doordat een Bulterriër een korte vacht heeft, hoef je hier niet al te veel aandacht aan te besteden. Als je graag wilt dat zijn vacht blijft glimmen, is het wel aan te raden om de vacht goed schoon te houden. Dit doe je bijvoorbeeld met een vochtige doek. Besteed daarbij ook extra aandacht aan de gebieden rondom zijn oren en poten; die gebieden moet je bij voorkeur extra goed schoon houden.
Tevens is het aan te raden om zijn nagels met enige regelmaat bij te knippen. De nagels van hem groeien nogal snel, waardoor hij hier op termijn last kan krijgen. Dat voorkom je dus door de nagels op tijd bij te knippen. Verder is het advies om ook goed zijn tanden te poetsen.
Is een Bulterriër een super gezond ras? Dat valt in de praktijk tegen. Doordat er veelvuldig met dit ras gefokt is, zijn er enkele erfelijke aandoeningen ontstaan. Zo zijn relatief veel honden binnen dit ras doof, hebben relatief veel honden last van hartproblemen, last van nierproblemen en/of last van een ontwrichting van de knieschijf.
Als je een Bulterriër in huis rond hebt lopen, is het advies om zijn motoriek goed te analyseren. Merk je iets afwijkends op? Ga dan zo spoedig mogelijk naar de dierenarts. Door een dergelijke aandoening tijdig te signaleren, kan er mogelijk tijdig nog iets aan gedaan worden.
4. Opvoeding
Is het opvoeden van dit ras lastig te noemen? Nee, dat valt op zich reuze mee. Iets waar je wel goed rekening mee moet houden, is met de territoriumdrift. Deze territoriumdrift uit zich met name naar honden van hetzelfde geslacht. Er is je veel aan gelegen om hem op jonge leeftijd te laten socialiseren, zodat hij een stuk beter met andere honden om kan gaan.
Sowieso is het verstandig om met hem een puppycursus op te volgen. Hij moet namelijk tijdig inzien wie nou precies zijn baasjes zijn. Als jij met hem een puppycursus gaat volgen, weet je direct een hechte band met hem op te bouwen. Daardoor is de kans vrij groot dat hij vanaf dat moment voor jou door het vuur gaat.
Tijdens de opvoeding moet je ook goed rekening houden met zijn eigenwijsheid. Hij weet het soms beter en hij weigert soms ook datgene te doen wat hij moet doen. Alleen door hem consequent op te voeden, kun je dit zoveel mogelijk voorkomen. Zelfs als je hem heel goed en strikt opgevoed hebt, is dit overigens nog steeds iets waar je tegenaan kunt lopen.
Het opvoeden van een Bulterriër is niet super lastig, maar kost wel heel veel tijd. Met alleen een puppycursus ben je er bij lange na niet. Nee, je moet hem consequent langdurig trainen. Elke keer weer moet je hem nieuwe dingen aanleren en ervoor zorgen dat jij de overhand hebt én behoudt. Mocht hij zich gaan vervelen, neemt hij graag namelijk zelf de overhand. In dat geval merk je wel dat je met een voormalige vechthond te maken hebt.
Consequentie, doortastendheid en positieve aandacht. In een notendop zijn dat de belangrijkste termen tijdens het opvoeden van een Bulterriër. Zorg er in ieder geval voor dat je zo snel mogelijk een hechte band met hem opbouwt. Daar gaan jij én hij de vruchten van plukken.
5. Beweging
Elke Bulterriër heeft de nodige behoefte aan beweging. Zo is het bijvoorbeeld wenselijk dat je dagelijks een flink stuk met hem gaat wandelen. Tijdens deze wandelingen kan hij zijn energie kwijt, waardoor hij binnenshuis een stuk rustiger is. Heb je toevallig een mooie tuin bij jouw woning? Dan is dat ook ideaal voor hem. Hij struint graag rond in deze tuin en weet zichzelf daarmee prima te vermaken.
Ook is het aan te raden om regelmatig spelletjes met hem te spelen. Houd hem bezig, daag hem uit en behoud daarmee jullie hechte band. Ondertussen vindt hij het ook nog super leuk om sámen met jou dingen te mogen doen. Je kunt hierbij denken aan een leuk spelletje, maar ook een lange wandeling doet het altijd goed.
Voorzie je hem van te weinig beweging? Dan merk je dit direct aan zijn gedrag binnenshuis terug. Hij heeft té veel energie, waardoor hij echt ongewenst gedrag gaat vertonen. Bovendien is de kans groot dat hij last van overgewicht gaat krijgen. Ook dat is een belangrijke reden om hem dagelijks van voldoende beweging te voorzien.
6. Geschiedenis
Voor de geschiedenis van de Bulterriër moeten we naar het Verenigd Koninkrijk. Rond het jaar 1850 begon de fokker James Hinks op serieuze wijze met het fokken van dit ras. Daarvoor gebruikte hij verschillende rassen, waaronder een terriër en een Dalmatiër. Tot op heden is het niet volledig bekend wat het doel van James Hinks was. Meerdere experts vermoeden dat hij een gezelschapshond wilde fokken, maar het werd uiteindelijk een vechthond.
Een vechthond die in Engeland al snel ongekend populair werd. Deze populariteit was te danken aan zijn kracht, zijn uithoudingsvermogen en zijn snelheid. Eigenlijk had hij alle elementen in zich om een succesvolle vechthond te kunnen worden.
In de 18e en 19e eeuw was de Bulterriër eigenlijk de populairste vechthond in Engeland. Gelukkig is daar in de loop der tijd verandering in aangebracht; vanaf 1835 werden vechtwedstrijden tussen honden verboden in Engeland. Vanaf dat moment wist de Bulterriër uit te groeien tot een gezelschapshond. Een gezelschapshond die zijn imago helaas volledig tegen zich heeft. Kies altijd voor een erkende fokker en voedt hem met veel respect op. Dan heb je een hond die eigenlijk net zo lief is als een Beagle.