In de afgelopen eeuwen hebben veel hondenrassen het levenslicht gezien. Relatief veel van deze hondenrassen vinden hun oorsprong in Schotland; dat geldt ook voor de Gordon Setter. Dit hondenras is hoogstwaarschijnlijk een “opvolger” van de zogeheten “Black and Tan Setters”. Dit hondenras was hoogstwaarschijnlijk vanaf 1600 al levend in de Schotse Hooglanden.
De Gordon Setter heeft in de afgelopen decennia een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Dit komt met name doordat men lange tijd bezig is geweest om dit hondenras intensief te fokken. Pas aan het einde van de 19e eeuw is echt gestopt met het fokken van dit ras. Vanaf dat moment heeft het ras dan ook meer en meer kenmerkende eigenschappen gekregen.
Om meerdere redenen is de Gordon Setter een opvallende hond. Dit is niet alleen te danken aan de bouw van dit ras, maar ook aan zijn unieke karakter. Jarenlang is dit bovendien een zeer geliefde hond onder jagers geweest; weinig andere honden konden tippen aan de kwaliteit van de Gordon Setter. Hedendaags dient dit ras met name als gezinshond, waarbij een gemiddelde Gordon Setter zo’n 10 tot 12 jaar oud wordt.
Samenvatting Gordon Setter
Dit zijn de belangrijkste eigenschappen van de Gordon Setter.
1. Uiterlijke kenmerken
In het verleden werd dit ras veelvuldig ingezet als een jachthond. Hij had een ongekend goede neus, maar hij had ook een ideale bouw. Dat was zeker het geval voor de Schotse Hooglanden; in dit bergachtige en onherbergzame gebied wist een Gordon Setter zich prima staande te houden. Als je een Gordon Setter over straat ziet lopen, zou je dat wellicht niet direct verwachten.
Opvallend aan dit ras is namelijk zijn middellange vacht. Deze vacht is op sommige lichaamsdelen vrij lang, bijvoorbeeld bij zijn oren. Juist door deze lange vacht heeft hij een uiterlijk dat soms asymmetrisch oogt. Ook zorgt deze bevederingHaren die beduidend langer zijn dan de rest van de vacht.X ervoor dat zijn atletische lichaam niet altijd even goed zichtbaar is.
Overigens is een Gordon Setter ook vrij fors gebouwd. Een reu heeft een maximale schofthoogteDe hoogte vanaf de grond tot aan de bovenkant van de rug, gemeten bij de voorpoten.X van 69 centimeter, terwijl een teef met een maximale schofthoogte van 66 centimeter iets kleiner is. Deze schofthoogten laten in ieder geval duidelijk zien dat we zeker niet met een kleine hond te maken hebben. De schofthoogte is overigens grotendeels te danken aan zijn poten; deze zijn nogal fors.
Ook de kop van dit ras is bijzonder en uniek te noemen. Hij heeft namelijk een diepe kop met een vrij lange voorsnuit. De ogen staan in de diepe kop niet al te veel naar achteren, waarbij ook de donkere kleur opvalt. De oren zijn voorzien van een flinke bevedering, zijn vrij dun en worden hangend gedragen. Juist doordat deze oren hangend gedragen worden, valt de extra bevedering goed op.
Zijn diepe kop loopt vervolgens soepel over in een lange hals. Deze hals kent een prachtige buiging en komt uiteindelijk uit bij de diepe borstkas. De achterhandDe achterpoten en aangrenzende lichaamsdelen van de hond.X van een Gordon Setter is gespierd, is breed en is vrij lang. Juist door deze achterhand is het een indrukwekkende hond om te zien. Aan het einde van de brede achterhand is een rechte staart te vinden. Deze staart wordt soms met een lichte welving gedragen, maar in de meeste situaties wijst deze staart toch echt naar beneden. Net zoals bij de oren is ook bij zijn staart een flinke bevedering aanwezig.
De vacht van een Gordon Setter is uniek te noemen. De vacht is namelijk middellang en kent verder geen krullen of golven. Nee, zijn haren zijn eigenlijk vrij recht, waardoor de extra bevedering voor een opvallend uiterlijk zorgt. Over het algemeen is de basiskleur van dit ras zwart, waarbij roodbruine aftekeningen mogelijk zijn. Deze aftekeningen vind je onder meer bij de voor- en achterpoten, bij de keel, bij de voorkant en boven zijn ogen. Al met al is het een prachtige en indrukwekkende hond om te zien.
2. Gedrag
Het land Schotland heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van veel hondenrassen. Vrij veel hondenrassen vinden namelijk hun oorsprong in dit land, maar er is slechts één hondenras uit Schotland dat dienst heeft gedaan als een jachthond. Juist, dat is de Gordon Setter. Dat dit hondenras in het verleden een perfecte jachthond was, is in het hedendaagse karakter goed terug te zien.
Zo is het bijvoorbeeld een gegeven dat dit ras zeer energiek én zelfstandig is. Je kunt hem moeiteloos voor een bepaalde taak op pad sturen. De kans dat hij deze taak met succes weet te volbrengen, is vrij groot. Hij is namelijk vrij intelligent en hij weet zichzelf eigenlijk altijd wel te redden.
In het buitenleven merk je ook duidelijk terug dat zijn voorouders prima jagers waren. Bij het minste of geringste spoor kun je hem namelijk al kwijtraken, indien je hem los laat lopen. Als je een puppy Gordon Setter in huis krijgt, is het daarom belangrijk om hier veel aandacht aan te besteden. Hij hoeft bijvoorbeeld in het bos maar één klein beestje te zien bewegen en je bent hem al kwijt.
Uiteindelijk komt hij vervolgens wel weer bij je terug. Hij staat namelijk te boek als een lieve, een betrouwbare en een loyale hond. Hij voelt bovendien een hechte band met zijn gezin en gaat voor hen dan ook door het vuur. Bovendien is hij binnenshuis vrij rustig; bij een Gordon Setter is het verschil tussen binnen- en buitenhuis vrij groot te noemen.
Over het algemeen kan hij prima omgaan met andere huisdieren, met andere honden en met kleine kinderen. Desondanks is het nóóit aan te raden om jouw hond alleen met jouw kind(eren) te laten. Een ongeluk zit immers in een klein hoekje. Als je hem goed met andere honden op wilt laten schieten, is het wel van belang dat je hem goed weet te socialiseren. Volg daarom bij voorkeur op jonge leeftijd al een puppycursus met hem.
Al met al is de Gordon Setter een lieve, zelfstandige en avontuurlijke hond. Zijn jachtinstinct is nooit echt verdwenen, maar kent in zijn huidige leven eigenlijk geen belangrijke rol meer. Dit is overigens in Engeland wel anders; in dat land wordt dit hondenras nog wel eens gebruikt voor de jacht op wilde dieren. In ons land doet hij met name dienst als een gezinshond; dat gaat dit ras bijzonder goed en leuk af.
3. Verzorging
Als je een Gordon Setter in huis gaat halen, moet je rekening houden met de nodige verzorging. Zijn halflange vacht heeft sowieso de nodige verzorging nodig; dit geldt ook zeker voor de lichaamsdelen met extra bevedering. Onder meer zijn staart, zijn oren en zijn oksels verdienen hierbij extra aandacht.
Het advies is om zijn vacht enkele keren per week goed door te kammen. Hiermee weet je niet alleen het vuil uit zijn vacht te verwijderen, maar je weet ook de vorming van klitten te voorkomen. Verder is het advies om zijn nagels netjes bij te knippen, om zijn tanden te poetsen en om zijn oren/ogen goed schoon te houden. Wekelijks even goed naar de oren en ogen van jouw hond kijken, kan eigenlijk nooit kwaad.
Het is goed om te weten dat dit ras met enkele typerende gezondheidsproblemen te kampen heeft. Meest treffende voorbeeld daarvan is een maagtorsie. Bij deze aandoening draagt de maag een rondje in de borstkas, waardoor de maag afgesloten wordt. Allerlei gassen hopen zich hierdoor op in het lichaam van hem; dit kan een dodelijke afloop hebben. Ga daarom nooit direct na het eten met hem wandelen; laat hier minstens twee uur tijd tussen zitten.
Ook komt de aandoening “heupdysplasie” relatief vaak voor bij dit ras. Bij deze aandoening sluiten de onderdelen in het heupgewricht van de hond niet meer goed op elkaar aan. Het gevolg hiervan is dat het gewricht snel slijt. Voor de Gordon Setter brengt dit de nodige pijn met zich mee.
Een Gordon Setter kan ook met PRA te maken krijgen. Dit is een oogaandoening, waarbij hij uiteindelijk blind wordt. Ook knikstaarten – een afwijking aan het skelet – en Cerebellaire corticale degeneratie – verlies van hersencellen in de eerste 6 maanden van zijn leven – komen met enige regelmaat voor bij dit ras. Al met al zijn er dus de nodige gezondheidsaandoeningen waar je scherp op moet zijn.
4. Opvoeding
Is een Gordon Setter een moeilijke hond om op te voeden? Nee, eigenlijk valt dat reuze mee. Doordat hij zo lief, betrouwbaar en vriendelijk is, is hij relatief goed op te voeden. Wel moet je gedurende de opvoeding rekening houden met zijn jachtinstinct.
Zodra je een puppy Gordon Setter in huis krijgt, is het zaak om hem liefdevol te benaderen. Als je hem liefdevol aandacht weet te geven, gaat hij al snel voor jou door het vuur. Hij is namelijk erg gericht op zijn baasjes en wil het graag zijn baasjes aangenaam maken. Tijdens de opvoeding kun je hier perfect van profiteren.
Sowieso is het aan te raden om met hem naar een puppycursus te gaan. Tijdens deze cursus kun je al snel een hechte band met hem opbouwen, waardoor de rest van de opvoeding (nog) makkelijker verloopt. Daarbij is het ook goed om rekening te houden met de socialisatie. Op jonge leeftijd kan hij ietwat terughoudend tegen ander honden zijn, maar dit kun je ook middels een puppycursus oplossen. Als hij op jonge leeftijd met veel honden in aanraking komt, plukt hij hier de rest van zijn leven de vruchten van.
Tevens is het belangrijk om veel aandacht aan communicatie te besteden. Eerder op deze pagina heb je al kunnen lezen dat je hem zomaar kwijt kan raken in bijvoorbeeld het bos. Alleen als jullie een duidelijke communicatie met elkaar hebben, kun je hem op dergelijke momenten in toom houden. Zorg er daarbij ook voor dat je altijd rustig en geduldig blijft. Een Gordon Setter gedijt het beste bij een baasje die alle zaakjes prima op orde heeft.
5. Beweging
De voorouders van dit ras waren continu aan het jagen en dus aan het bewegen. Deze hunkering naar beweging is bij de hedendaagse Gordon Setters ook nog duidelijk aanwezig. Het advies is dan ook om er dagelijks met hem op uit te trekken, zodat hij voldoende beweging krijgt.
Hij vindt het heerlijk om een lang stuk met je te wandelen. Ook vindt hij het heerlijk om buiten spelletjes te doen, om lekker los te lopen en om bijvoorbeeld zoekspelletjes te doen. Zeker tijdens de zoekspelletjes merk je dat zijn voorouders onwijs goede jagers zijn geweest.
Als je een Gordon Setter van voldoende beweging voorziet, heb je geen omkijken meer naar hem. Hij is vanaf dat moment namelijk heel rustig binnenshuis en hij kijkt eigenlijk al direct weer uit naar de volgende wandeling. Pas wel op met scherpe bochten en abrupte bewegingen; dergelijke bewegingen kunnen funest zijn voor zijn gewrichten.
6. Geschiedenis
De geschiedenis leert ons dat rond 1600 de voorouders van dit ras in Schotland leefden. Dit waren de zogeheten “Black and Tan Setters”; deze waren met name in de Schotse Hooglanden woonachtig. Pas rond 1825 werd begonnen met het fokken van een net iets andere soort; dat zou uiteindelijk de Gordon Setter worden.
De naam van dit hondenras is overigens te danken aan de vierde Hertog van Gordon. Hij is – volgens de verhalen – eigenlijk de grondlegger van het ras zoals wij deze nu kennen. Opvallend is wel dat dit ras nog jarenlang doorgefokt is, maar dat is eigenlijk vanaf het einde van de 19e eeuw niet meer het geval. In de afgelopen tientallen jaren is dit hondenras in ieder geval uitgegroeid tot een ideale gezinshond. In Engeland wordt dit ras mondjesmaat ook nog ingezet voor de jacht, maar dat lijkt steeds minder te worden. Indien je voor een Gordon Setter kiest, geniet je in ieder geval van een actieve, gezellige én lieve metgezel.